Cursus Tegels zetten
Er zijn veel redenen te bedenken waarom u tegels in uw woning wilt aanbrengen of wilt vernieuwen. Misschien heeft u uw keuken of badkamer vernieuwd , misschien wilt u vloertegels in de gang. Of misschien bent u gewoon niet tevreden over de kleur van de tegels die ze in de woning hebben aangebracht. In onze klus cursus leest u waar u bij de klus op moet letten, en waaraan u zich moet houden.Verander niets aan de leidingen en aan de aansluitpunten van gas, water en licht. Moet u toch de leidingen en aansluitpunten van gas, water en licht veranderen? Doe dit dan niet zelf. Laat dit dan doen door een erkende installateur. De tegels brengt u strak, vlak en waterpas aan. Wij adviseren u om tegels van goede kwaliteit te gebruiken. Gebruik een goede tegellijm om de tegels aan te brengen. Uitwendige hoeken en beëindiging van het wandtegelwerk moeten bestaan uit tegels met geglazuurde zijden of hoekprofielen. Inwendige hoeken mag u niet vullen met voegpasta. Gebruik hiervoor een sanitairkit. U mag wand en vloertegels nooit schilderen. Koop altijd meer tegels dan u nodig heeft, minimaal 1 vierkante meter per soort tegel.
Wand of vloer voorbereiden
Wilt u nieuwe tegels aanbrengen, controleer dan eerst de wand of vloer. Een wand van baksteen moet vlak en schoon zijn. Gebruik een staalborstel om deze wand schoon te maken. Een gepleisterde wand moet vlak , schoon, droog en vetvrij zijn. Een poreus oppervlak behandelt u voor met een voorstrijkmiddel. Een voorbeeld van een poreus oppervlak is een gipswand. Een geverfde wand of vloer behandelt u eerst voor met water en ammoniak. Daarna schuurt u de verf dof en wast u de wand of vloer met schoon water na. Wilt u nieuwe tegels over oude tegels aanbrengen? Dat kan. Daar is speciale lijm voor. Maak wel eerst de oude tegels vetvrij met water en ammoniak.
Een betonnen vloer kunt u meteen betegelen. U hoeft deze vloer niet eerst te behandelen. Als u een houten vloer wilt betegelen, moet u eerst een betonlaag of een plaat hechthout aanbrengen. Een houten vloer kan namelijk bewegen, waardoor de tegels los kunnen gaan zitten. U moet dan wel een mat van polyester vezel toepassen in de lijm.
Materiaal.
Let goed op welke tegel u kiest. Is het een vloertegel of een wandtegel? Past de kleur van de tegel goed bij de rest van de kamer en de woning? Heeft u genoeg tegels gekocht?
In de bouwmarkt is voor iedere tegel aangegeven hoeveel tegels u per vierkante meter nodig heeft. Koop altijd meer tegels dan u nodig heeft , een voorbeeld . Moet u in de woning 60 m2 betegelen? Koop dan 63m2 tegels. Controleer op iedere verpakking het kleurnummer van de tegels. Zo voorkomt u dat u tegels koopt met verschillende kleuren. Toch hebben we niet alle tegels met hetzelfde kleurnummer precies dezelfde kleur. Let daar op als u de tegels aanbrengt. Pak iedere keer een tegel uit een andere verpakking.
Tegels snijden
Soms moet u tegels op maat snijden. Doe dit heel nauwkeurig. Bij de bouwmarkt kunt u hiervoor een tegelsnijder huren of kopen. Er zijn verschillende soorten tegelsnijders. Als u rondingen uit tegels moet snijden, gebruikt u een gewone glas- of tegelsnijder of een kraspen. Rondingen heeft u nodig op plaatsen waar de leidingen uit de muur komen. Als u de ronding heeft ingekrast, knipt u de tegel met een scherpe nijptang af. Daarna maakt u de rand van de tegels glad met een vijl of schuurpapier. Voor zwaardere vloertegels heeft u ander gereedschap nodig. Zoals een steenzaag of een tegelzaag. Dit gereedschap kunt u bij de doe het zelf zaak huren.
Een wand betegelen
Leg een rij tegels met voegkruisjes ertussen op de vloer, voor de wand die u gaat betegelen. Leg de tegels zo neer, dat u links en rechts van de rij evenveel ruimte over heeft. Deze ruimte moet groter zijn dan een halve tegel. Leg de meeste linkse en de meest rechtse tegel even weg. Maak links en rechts van de tegels die er nu nog liggen latjes tegen de muur. Deze latjes moeten net zo hoog zijn als dat u de tegels aanbrengt. Let erop dat de latjes rechtop staan. Controleer met een waterpas of de latjes goed rechtop vastzitten. Meet vanaf de vloer hoe hoog een tegel komt . Meet de voeg erbij. Zet met potlood een streepje op de latten. U weet nu hoe hoog de eerste rij tegels met voeg komt. Maak vanaf dat punt een lat vast over de hele breedte van de muur. Ook deze lat moet waterpas hangen. Tussen de drie latjes brengt u de tegels aan. Smeer nu tegellijm op de wand met een getande lijmkam. Met voegkruisjes maakt u de voegen overal even breed. Heeft u de wand tussen de drie latjes betegeld? Wacht dan tot de lijm droog is. Haal daarna de latjes weg. U kunt nu de onderste rij en de rijen in de hoeken betegelen. Laat de tegels minimaal 24 uur drogen. Als de tegels droog zijn, kunt u ze afvoegen. Smeer het voegmiddel met een spons of voegrubber over de voegen. Is het voegmiddel bijna droog, dan wrijft u het na met een vochtige spons. Zo verwijdert u de restjes voegmiddel. Spoel de spons vaak af.
Is alles droog, maak de wand dan schoon met een droge doek.
Een vloer betegelen
Trek vanuit het midden van de deur een rechte lijn naar de wand tegenover de deur. Leg langs deze lijn een rij tegels. Houd rekening met de voegbreedte. Leg de tegels dus niet strak tegen elkaar aan. Trek vanaf het punt waar de laatste hele tegel uitkomt, een haakse lijn op de lijn die u eerder heeft getrokken. Langs deze lijn maakt u een lat vast. Leg langs deze lijn ook een rij tegels. Houd weer rekening met de voegbreedte. Langs de meeste rechtse en meest linkse hele tegel maakt u weer een lat vast. Deze latten moeten hetzelfde liggen als de eerste lijn die u heeft getrokken.
Leg nu de tegels binnen de latten. Gebruik hiervoor een lijmkam en voegkruisjes. Houd er rekening mee dat vloertegels kleine maatafwijkingen kunnen hebben. Controleer daarom vaak of de tegels nog goed recht liggen. Liggen de tegels niet helemaal recht, dan kunt u ze alleen goedleggen als de lijm nog nat is.
Heeft u alle tegels tussen de latjes gelegd en is de vloer droog? Haal dan de latjes weg. U kunt nu de laatste tegels leggen. Smeerlijm op de vloer, snijd de tegels op maat en maak de vloer af. Voor vloertegels gebruikt u ander voegmiddel dan voor wandtegels. Voor vloertegels gebruikt u speciale voegspecie. Deze specie mengt u met water. Op de verpakking leest u precies hoeveel water u nodig heeft. Vul de voegen met een rubberen trekker. Als u de hele vloer heeft gedaan, strooit u droge voegspecie over de vloer. Laat de vloer ongeveer twintig minuten drogen. Daarna maakt u de vloer schoon. Gebruik hiervoor een zachte borstel of bezem. U mag zeker een dag niet over de vloer lopen.