WoningWeetjes.nl - Meer weten over wonen!

Vogelnestkasten in uw tuin

In veel tuinen zie je nestkasten hangen, wie leeft er nou niet mee met de mezen die af en aan vliegen om hun jongen te voeren? Als ze uitgevlogen zijn is het weer even wennen aan de stilte. Je kunt zelf ook veel plezier beleven aan een nestkast. Van de ochtendconcerten van vadervogel tot de vliegoefeningen van de jongen.

Welke vogels houden van een nestkast

Als u een kast op gaat hangen is het wel verstandig om te weten welke vogels er bij u in de tuin zitten. Het is natuurlijk zonde om een kast op te hangen voor een vogel die bij u niet in de tuin voorkomt.
Het meeste succes heeft u met een mezenkast. De kans is groot dat deze bewoond wordt door een koolmees of een pimpelmees maar ook de bonte vliegenvanger en de boomklever maken er gebruik van.
In nieuwbouwwijken komen veel mezen en mussen voor. Voor mussen zijn er speciale nestkasten of broeddakpannen. Deze dakpannen zijn er ook voor gierzwaluwen maar dan kan het enkele jaren duren voordat deze bewoond wordt.
Woont u in een bosrijke omgeving dan kunt u kasten ophangen voor koolmees, pimpelmees, bonte vliegenvanger, boomklever, boomkruiper, winterkoning, grauwe vliegenvanger, grote bonte specht en misschien zelfs voor een bosuil.
In een agrarisch landschap zijn er kasten voor koolmees, pimpelmees, zwarte roodstaart, huismus, spreeuw, steenuil, kerkuil, torenvalk, huiszwaluw en boerenzwaluw. De kerkuil en de boerenzwaluw broeden in gebouwen waar ze continue in en uit kunnen vliegen.
De vink, heggenmus, roodborst, merel, zanglijster en de groenling broeden niet of nauwelijks in nestkasten.

De beste plek voor een nestkast

Voor kool- en pimpelmezen is de beste plek op een hoogte vanaf twee meter op een rustige plaats. Niet in de wind dus met de opening naar het noordoosten.
Hang de kast zodanig dat er geen katten bij kunnen en plaats eventueel een kattengordel of gaas om de boomstam.
De aanvliegroute met vrij zijn, dus geen takken en bladeren die er voor hangen. Hang ze ook niet te dicht bij elkaar, minimaal drie meter uit elkaar. Kasten voor de zelfde soort minimaal tien meter. Op elkaars lip broeden leidt tot ruzie en dat is zonde van de verspilde energie.
Kunstnesten voor gierzwaluw, huiszwaluw of huismus kunt u wel langs elkaar hangen, dit zijn koloniebroeders.
Hang de kasten voor maart al op, en nog liever in de herfst, dan dient het kastje in de winter al als slaapplaats.

Schoonmaken van de nestkast

In oud nestmateriaal kunnen parasieten overleven, die kunnen een volgend nest jongen steken en verzwakken. Wacht met de schoonmaak tot de jongen zijn uitgevlogen, de beste tijd is in de herfst dan kunt u het legsel ook niet meer verstoren. Schud al het oude materiaal uit de kast en maak schoon met een harde borstel en wat heet water, zo kan de kast weer een broedseizoen mee.